Drs. Anton Theunissen, op zijn boeiende site "virusvaria.nl" schreef een uiterst interessant artikel, die tot nadenken stemt. Met zijn toestemming wordt het ook geplaatst op deze site.
Lees volledig artikel: Van kampvuur naar talkshow
door Anton Theunissen (Virusvaria.nl)
Wakker worden?
“Wanneer worden de mensen nou eens wakker?” Een retorisch bedoelde vraag die ik regelmatig tegenkom. Laat ik die eens naar mijn eigen vakgebied toe draaien: “Hoe lang blijft de bevolking de media-realiteit slikken die continu over ze wordt uitgestrooid, en dan vooral de pseudo-wetenschappelijke krompraat over heikele onderwerpen?” Mede dankzij mijn communicatiewetenschappelijke achtergrond (denk ik) heb ik mij daar namelijk wel een idee over gevormd. De expert aan het woord – en deze keer ben ik dat zelf.
Dus wanneer mensen nou eens wakker worden, is de vraag en dan begin ik met de stelling dat mensen die niet wakker zijn, de mainstream media geloven: “Het stond in de krant!”. Dat geloof in de realiteit zoals die door de media wordt geschilderd, zal lang blijven, heel lang. Misschien voor altijd maar in elk geval zolang onze instincten ons besturen. En of we beter af zullen zijn als we onze instincten in verre toekomst kunnen negeren (of kwijt zijn geraakt), dat is nog maar helemaal de vraag, want die instincten hebben ons wel gebracht tot onze dominante positie op deze aardkloot. Maar tot die tijd zal de meerderheid de grote media blijven geloven. Wij zijn selectief goedgelovig, dat is onze natuur. Dat heeft een voorgeschiedenis.
Wat ons mensen maakt
Dieren halen hun informatie uitsluitend uit waarnemingen van hun eigen leefwereld. Hun communicatie speelt zich af binnen hoor-, zicht- en reukafstand. Van collectief geheugen is geen sprake, wat er wordt verankerd zit in de genen. Wij mensen zijn daarentegen in staat om ons, dankzij ons communicatievermogen, een realiteitsbeeld te vormen, puur op basis van informatie-uitwisseling. Als wij iets waarnemen, kunnen via de media horen wat we ervan moeten vinden.
Stel eens dat de Amerikanen ons al sinds WOII een levensgevaarlijke aartsvijand voorspiegelen (bijvoorbeeld om te voorkomen dat wij met die partij zouden gaan samenwerken) en dat dat wordt overgenomen door de sensatiebeluste media (want fear sells). dan is het gevolg dat wij een reëel vijandsbeeld zullen ervaren – nee dat zeg ik verkeerd: een reële vijand zullen hebben of zelfs creëren tegen wie we lelijk kunnen gaan doen.
Maar de experts dan? Iedereen die zich professioneel bezighoudt met onze landsbescherming, elke expert dus, zal dat gevaar op zijn minst benadrukken – daarmee het belang van diens taak benadrukkend. Ook overdrijving ligt op de loer (‘ze staan aan de grens te trappelen’). De grote meerderheid gelooft dat dan. Al zo’n 100.000 jaar is dat geloof een overlevingsstrategie die ons geen windeieren heeft gelegd.
We zijn sociale wezens uit eigenbelang.
Evolutionair gezien zijn we al veel eerder, miljoenen jaren eerder, gevormd in kleine groepen waarin overleving afhing van samenwerking en onderlinge afstemming, wat zich doorontwikkelde naar gedeeld geloof in verhalen, in autoriteit, in het gemeenschappelijk narratief1. Binnen zo’n groep kwam iemand bovendrijven die dat narratief aanvoelde en kon verwoorden. Iemand die in de groep succesvol was, wiens opvattingen er dus toe deden.
Rond het kampvuur luisterde men met respect naar die stem. Dat was de stem met gezag. Niet omdat iedereen de uitspraken telkens opnieuw toetste op waarheid, maar omdat het hele systeem ervan uitging dat het beter was om samen daarin mee te gaan dan als eenling ertegenin. Het is kort door de bocht want natuurlijk had die ene persoon ook zijn adviseurs. Maar hij had ook het belang om de groep aan te voelen en te respecteren en niet alleen de adviseurs.
Nogmaals, heel belangrijk: de groep was de samenleving. Wie zich toch als dissident opstelde, lag eruit – dan was je verloren want zonder groep geen toekomst. Dat is onze natuur.
Deze overlevingsstrategie heeft zich tientallen, honderden miljoenen jaren lang in ons DNA genesteld (de ‘groepsstrategie’ zien we ook terug in kuddes, roedels, visscholen, zwermen). Kijkend naar die tijdsschaal, is het niet verwonderlijk dat onze instincten de ontwikkelingen van de paar laatste eeuwtjes niet hebben kunnen bijbenen. We zijn nog steeds primitief bedraad. Afwijken van het dominante verhaal vóelt bovendien niet alleen riskant. We zijn er zelfs in geslaagd om dat gevoel te protocolliseren. Het is dus ook nu riskant – niet alleen sociaal. Omdat het ook carrièretechnische, financiële en juridische gevolgen heeft, grijpt het rechtstreeks in op de bestaanszekerheid van het individu.
Dat mechanisme werkt dus nog steeds, ook al zijn het kampvuur en het stamhoofd vervangen door televisie, nieuwsmedia, sociale platformen en beleidscampagnes. De reflex is gebleven: wat dagelijks wordt herhaald door gezaghebbende bronnen, nemen we aan. Zeker als het zich buiten onze eigen waarneming bevindt. Niet omdat we het onderzocht hebben, maar omdat iedereen het zegt en het ongemakkelijk voelt om dan te twijfelen.
Van leiderschap naar talking heads
Vroeger was het de meest ervaren, de wijste, de sterkste – de primus inter pares – die de lijn uitzette. Die positie was op natuurlijke wijze gegroeid binnen de groep. Groepen zonder leider legden het af tegen sterk geleide groepen. Of ze sloten zich erbij aan.
De huidige samenlevingen zijn daar te groot voor geworden. Ze hebben beleid en besluitvorming opgesplitst en uitbesteed in mandaten. Mandaten moeten worden bewaakt en beschermd, dus die worden geborgd in instituten met elk een eigen hiërarchie. Die instituten hebben namelijk de omvang waarbinnen het groepsalgoritme weer zijn werk kan doen: de meest succesvolle komt bovendrijven. En dat is uiteraard degene die de belangen van de groep het beste dient. Let wel: van de groep; dat is dus niet meer de samenleving, die kan zelfs uit beeld raken.
Binnen die hiërarchie ontstaat zo een nieuwe dynamiek: het dienen van het instituut als het ultieme doel. Het apparaat dat het mandaat moet uitvoeren moet immers krachtig zijn (dat is ook de opdracht) en bij voorkeur verder worden uitgebouwd. Functionarissen binnen het instituut krijgen een nieuwe sociale context met voetvolk, werkplekken, auto’s, collega’s, koffiemachines, bazen, opperbazen, EU-richtlijnen etc. Hun positie in die structuur bepaalt hun levensvoorziening, hun aanzien, hun carrière. Niet het mandaat, niet de vraag vanuit de samenleving, maar het instituut zélf heeft het bestaansrecht van de functionaris overgenomen. Het is een eigen ding geworden. De functionarissen zijn afhankelijk geworden van het voortbestaan van het instituut. Goed functioneren betekent dan: het instituut vooruit helpen, de autoriteit verstevigen, draagvlak voor het instituut vergroten.
Wie dat het beste doet wordt vanzelf naar boven geperistaltiekt. Dissidenten die vinden dat de oorspronkelijke intenties van het mandaat niet worden gediend of zelfs maar worden gerespecteerd, worden als bedreigend gezien, anti-institutioneel. Die filteren zichzelf er al in een vroeg stadium uit. De meest succesvollen daarentegen zijn degenen die hun taak zonder morren even efficiënt als gewetenloos vervullen, het zijn degenen die probleemloos liegen, zich vereenzelvigen met de instituutsagenda, zich daardoor onaanraakbaar achten en altijd even enthousiast zijn over wat het systeem van ze vraagt (ook wel high-functioning psychopaths genoemd). Zij vinden elkaar ook weer in nieuwe, informele overlegorganen.
We kunnen dus wel boos worden op de Von der Leyens, de Fauci’s, de Rutte’s, de De Jonges, de Bontens en noem ze maar op van deze wereld maar het probleem is dat wij zelf steeds weer de systemen creëren waarin juist deze types floreren. Waren zij er niet geweest, dan was er wel iemand anders in die positie geschoven met soortgelijke eigenschappen en vergelijkbaar gedrag.
“Macht corrumpeert” vind ik dus te makkelijk. “Het zijn slechte mensen” ook. Je wil diversiteit in mensen, iedereen moet kunnen zijn wie hij is. Karakters verschillen nu eenmaal, de een is wat makkelijker te corrumperen dan de ander. Dat hoort bij een pluriforme bevolking. Maar ja, systemen filteren daarop. Als principiële bezwaarmakers, raddraaiers en onmogelijke querulanten eruit worden gewerkt omdat ze de zaak maar ophouden, wie gaat er dan naar de absolute top…? Precies.
Een andere storende factor is geld. Overheidsfunctionarissen laten zich beïnvloeden door lobby’s (1e hoofdstukken van ‘Bij gebrek aan beter’, al gaat dat specifiek over de VS) en gebruiken op hun beurt belastinggeld om via gesubsidieerde media en NGO’s ‘draagvlak’ te creëren (dan heb ik het zeker níet specifiek over de VS). Dat zorgt voor een gesloten circuit: de boodschap wordt vanuit de overheid gestuurd, bevestigd, versterkt, herhaald en wie daarvan afwijkt wordt buiten de groep geplaatst.
In onze tijd is die rol van spreker bij het kampvuur gereduceerd tot een buikspreekpopfunctie: de ‘talking head’ op het beeldscherm, die woorden uitspreekt die elders zijn opgesteld. Geholpen door stevige budgetten en een gelikt format op prime time, het meest bekeken, het mooist gepresenteerd, het meest gelezen, het meest beluisterd. Dat zijn nog steeds de ‘mainstream’ media. Het is hoopgevend dat die steeds vaker ‘legacy’ media worden genoemd maar de kijk- en luistercijfers zijn tanende. Dat zal vreten aan hun gezaghebbende positie.
Hoe komen we hieruit?
Uiteindelijk, zo leert de geschiedenis, keert de wal het schip. Dan lopen de dictators na bloedige confrontaties op blote voeten kaalgeschoren door de straten om beschimpt en bespuugd te worden door woedende burgers met hooivorken. Dan lijkt het opgelost. Maar zodra zich nieuwe machtsconcentraties vormen begint zal alles weer van voren af aan beginnen want de incubator van al dat kwaad zijn wij zelf. Wij eisen namelijk geen transparantie. Zeker niet nu het ons allemaal zo goed gaat – don’t fix it if it isn’t broken. Wij laten ons overrulen door de mensen die wij nota bene zelf ons mandaat hebben gegeven. Die gaan stiekeme dingen doen ter verhoging van hun daadkracht en de media laten dat gewoon lopen. Terwijl iedereen weet dat transparantie de levensader is van een democratie.
De pijn van zo’n hardhandige revolutie willen we voorkomen. Misschien is het mogelijk om een zachtere draai te maken, zonder slachtoffers, vernieling of kapitaalvernietiging. Maar als dat organisch via de weg van geleidelijkheid moet gebeuren gaat dat vele, vele generaties duren. Hoe kunnen we het herstelproces bevorderen? Zonder de media lukt dat sowieso niet.
Als de media zouden gaan rebelleren zou het gauw afgelopen zijn maar dat kunnen we vergeten, die zijn compleet ingekapseld als propagandisten van de macht.
Dan zouden we nog kunnen hopen dat de media overvleugeld worden door burgerinitiatieven (Weltschmerz, DNW, DAK, GV, John Campbell, Dwarsnieuws, Trueman show etc)? Gezien de nieuwe wet van de EU zou dat nog wel eens lastig kunnen worden3.
We drijven steeds verder weg van wat uiteindelijk de enige remedie kan zijn: transparantie. Kan vriend en vijand het daarover misschien eens worden? Dat zou al een eerste stap zijn. Maar gezien de DSA is Ursula is in elk geval tegen.
Transparantie in de politiek…
Volledige transparantie is noodzakelijk bij elk mandaat, bij elke vorm van macht, bij elke beslissing die impact heeft op de samenleving. Controle is essentieel. Te goeder trouw of niet: machtsconcentraties zouden zichzelf moeten wantrouwen of wantrouwen moeten inbouwen. We hebben geen behoefte aan communicatiestrategieën, framing of narratieven als we die niet onafhankelijk kunnen toetsen aan bronnen en belangen. Open debatten zijn essentieel, net als onderbouwde kritieken.
Eigenlijk was de Tweede Kamer daarvoor in het organogram gezet. De Tweede Kamer zou de overheid en de instituten moeten beteugelen. Die zou transparantie moeten forceren maar daar gaat van alles fout, zoals we van de coronaperiode hebben geleerd:
- ze weten vaak niet wat er precies gebeurt omdat ze verkeerd of onvolledig worden voorgelicht (door de praatjes van De Jonge of de duidingen van Ruben van Gaalen)
- ze zijn zelf onderdeel van de overheidsmachine en beijveren zich om de status quo in stand te houden (kritiek afserveren als anti-institutioneel extreemrechts)
- ze missen vaak inhoudelijke kennis van de problematiek in hun dossier(s) (zie de interim-rol van Karremans in het oversterftedebat -en eigenlijk vrijwel de hele TK- mbt corona, en natuurlijk noem ik ook weer even Rob Jetten, het volstrekte onbenul over kernenergie, stikstof etc. Zit desondanks dagelijks in de talkshows te orakelen.)
- parlementsleden die fundamentele kwesties aan de orde stellen worden gecanceld in de media (‘vallen buiten de groep’)
- overheidsdienaren zijn voor een belangrijk deel carrièrepolitici (zie ook de EU, zie ook de recente ‘carrièreswitch’ van Tijs van den Brink). Het ‘goed functioneren als parlementslid’ is bepaald niet hetzelfde als een ‘goed volksvertegenwoordiger zijn’. Een goed volksvertegenwoordiger heeft voeling met de achterban en kan die goed verwoorden en verdedigen. Dat zijn andere vaardigheden dan wat er wordt verwacht van een goed parlementslid/politicus (onderhandelen, compromissen doen, stroop smeren, bondjes sluiten).
Zelfstudie kunnen we om diverse redenen van Kamerleden niet verwachten. We moeten met dit alles eigenlijk vaststellen dat we niet meer kunnen rekenen op de controlefunctie van de Tweede Kamer. Afgezien van de daar heersende middelmatigheid mogen wij de aanzuigende werking van macht niet onderschatten. Daar komt van alles op af.
…dan maar de media
De laatste bescherming van de burger tegen de overheid zouden toch echt de invloedrijke media moeten zijn, die transparantie forceren en burgers daarover onafhankelijk informeren. Maar die knippen/plakken Reuters en AP News, bellen een bevriend politicus of overheids-expert en ontvangen met graagte steun vanuit de EU -en waarschijnlijk ook uit de missende 5,1 miljard van de Jonge- om de bevolking “goed geïnformeerd” te houden. Zeker als het land in zwaar weer verkeert!
We zullen voor disrupties naar Amerika moeten blijven kijken want
- a) Ons taalgebiedje is te klein voor moedige journalisten als een Joe Rogan of Tucker Carlson en
- b) Ons politieke systeem verdraagt geen radicale koerswijzigingen, daarvoor is het ambtenarenapparaat te machtig, te omvangrijk, te topzwaar.
Zonder transparantie blijven we in eigen land bezig met de dominante stem die ons wereldbeeld schildert en degene die dat voor ons doet is allang niet meer gedreven door waarheidsvinding. Kranten en publieke omroepen zijn in de huidige constellatie géén betrouwbare informatiebronnen.
De media zijn de sleutel tot de onvrede over onze steeds minder democratische processen. Als dat ventiel niet opengaat en de balans tussen mandaat en macht niet wordt hersteld, zal de spanning in de samenleving alleen maar groeien. De geschiedenis zit vol van voorbeelden van waar dat uiteindelijk toe kan leiden: een hard reset – en die zal niet glorieus of groots zijn.
Referenties
- 1 Mooi beschreven in Sapiens door Yoval Harari, op wiens waarschuwingen globalisten nu navigeren
- 2 De percentages van Milgram: https://chatgpt.com/c/68a96fc2-5a38-832d-9927-bdb551b270a2
- 3 De EU heeft de European Media Freedom Act ingevoerd, die sinds begin augustus 2025 van kracht is. Bedoeld om mediavrijheid, onafhankelijkheid en pluralisme te versterken, maar de wet bevat vage criteria zoals het aanpakken van “schadelijke inhoud” of “desinformatie”. Lidstaten mogen zelf bepalen wat in het “algemeen belang” is.