Wilt u ons werk financieel ondersteunen? Doe een kleine donatie en klik hier

De laatste updates in uw mail!

U hoeft niets te missen. leder weekend krijgt u de hoogtepunten van Maurice van afgelopen week in uw mail. Met opmerkelijke artikelen, meer achtergrond en toelichtingen.

COVID-19 verspreidt zich helemaal niet makkelijk

Is de Damdemonstratie een superspreading event? - 9467
Samenvatting van het artikel

In Noorwegen lieten ze sinds begin mei al veel meer toe. En toch zijn er daar tussen 21 en 27 mei maar 10 nieuwe besmettingen per dag geconstateerd en is het aantal sterfgevallen gestegen met nul. In dit stuk beargumenteer ik hoe dit komt en waarom Nederland dus een enorme fout maakt door sportscholen, bijvoorbeeld, dicht te houden.

Lees volledig artikel: COVID-19 verspreidt zich helemaal niet makkelijk

Leestijd: 5 minuten

COVID-19 verspreidt zich helemaal niet makkelijk

Op 24 april schreef ik dit blog. Na bestudering van de cijfers per gemeente van voor de lockdown, was dit mijn conclusie:

Uit de overzichten per gemeente is te zien dat de verspreiding van het virus enorm snel ging als daar een “superspreading event” had plaatsgevonden. Zonder dergelijke superspreading events verspreidde het virus zich vrij langzaam. En dat terwijl er toen nog geen enkele maatregel genomen was.  

Er is nu een rapport uitgekomen van de Noorse RIVM met een vergelijkbare conclusie. De reproductiefactor was al rond de 1 toen de lockdown werd gestart en was al dalende.

COVID-19 verspreidt zich helemaal niet makkelijk - 6759

Factor 25

Het is in lijn met mijn conclusie van vorige maand: de reden dat men dacht/denkt dat het virus erg besmettelijk is, komt door die superspreading events. In één klap worden dan grote aantallen mensen besmet en je krijgt het beeld van een exponentiële groei. Zo zagen we door het evenement op 5 maart in Kessel dat er op 21 maart in die gemeente al meer dan 60 besmettingen werden geconstateerd.

(Besef dat de wereldwijde schatting is dat het aantal echte besmettingen minimaal een factor 25 keer zo groot is dan het aantal positief geteste. Dus het echte aantal besmettingen kan toen dus al wel 3.000 geweest zijn. Dat is een kwart van de bewoners van Kessel.)

Via een eenvoudig getalsmatig voorbeeld kan ik illustreren wat het grote effect van die superspreading events is. Stel dat er 100 mensen besmet zijn. En 99 van die 100 personen besmetten weer ieder 1 andere, 99 in totaal. Maar 1 persoon besmet bij een superspreading event 101 personen. Dan besmetten de oorspronkelijke 100 personen samen dus 200 anderen.

En dan is de reproductiefactor 2.  En dat is een hoge waarde, die voor de zogenaamde exponentiële curves zorgt.

Voor het eerst zag ik gisteren mijn conclusie van toen terug bij uitspraken van een prominente viroloog. In zijn dagelijkse podcast zei de Duitse prof. Christian Dorsten het volgende:

“Er is een heel aantal interessante nieuwe studies die gaan over het grote belang van de superspreading events bij de verspreiding. Die verlopen vooral via aerosols. Als je deze transmissiegebeurtenis afbreekt, dan heb je in feite de hele epidemie onder controle”.

Dit zijn dus de woorden van een adviseur van Angela Merkel. Het zou me niet verbazen als dit één van de redenen is dat men in Duitsland overweegt om eind juni de 1,5 meter-afstand af te schaffen.

En dit stond in de Washington Post op 26 mei.

COVID-19 verspreidt zich helemaal niet makkelijk - 6745

Als je al dit bovenstaande mee in beschouwing neemt en de wereldwijde patronen van verspreiding ziet, dan is de conclusie eigenlijk heel simpel.

Daar waar geen of weinig superspreading events zijn geweest is de groei van het aantal besmettingen heel beperkt gebleven en inmiddels (vrijwel) verdwenen. Kijk maar eens hier bij het overzicht van de ontwikkeling van het aantal doden tussen half maart en begin april in een aantal landen.

COVID-19 verspreidt zich helemaal niet makkelijk - 6746

In Nederland, België en Frankrijk zijn er vele grote en kleine superspreading events geweest.  In Australië en Nieuw-Zeeland amper.

Maar ook in Nederland kun je dat effect terugzien.

In Zuidoost-Nederland kreeg je een combinatie van superspreading events: eerst het carnaval en daarna kerkdiensten of feesten (zoals Kessel). In het noorden van het land waren die superspreading events niet of amper aan de orde en zagen we een veel rustiger beeld. Een factor van 10 keer minder besmette personen dan in Zuidoost-Nederland.

Dat Noorwegen voor de lockdown rond de 1 zat qua reproductiefactor was dus omdat ze daar geen superspreading events hebben gehad.

Vrijwel over de gehele wereld zijn in de loop van maart bijeenkomsten met grotere aantallen mensen verboden. En vrijwel direct daalde de R0 naar rond de 1,0. Behalve daar waar men niet door had, dat er ook nog op een andere wijze superverspreiding plaatsvond, zoals in zorginstellingen, vleesverwerkende bedrijven, op marineschepen en in gebouwen met slecht werkende ventilatiesystemen waarbij veel bewoners werden besmet.

De daling na de lockdown kwam dus niet door de 1,5 meter-afstand.

Want ook voordat welke maatregel dan ook rond half maart genomen werd, was de R0 in Noorwegen al rond de 1,0. Net zoals in nogal wat gemeenten in Nederland.

Maar er is nog een heel belangrijk punt. Superspreading events vinden eigenlijk alleen plaats onder bepaalde omstandigheden. Boven 30 graden noorderbreedte in besloten ruimtes en met lage luchtvochtigheid.  (in de andere gebieden hangt het samen met regen- en onweersbuien, zoals ik hier heb omschreven).

En overal ter wereld waar die omstandigheden er niet waren, zien we geen echte uitbraken en naderen de aantallen de nul. (Behalve natuurlijk bij vleesverwerkende bedrijven, want daar zorgt men er kunstmatig voor dat de condities binnen het gebouw optimaal zijn voor het airborne houden van het virus).

Het goede nieuws is dat wij in Nederland (net zoals de rest van Europa) nu al geruime tijd omstandigheden hebben die ongunstig zijn voor aerosols en superspreading events. Zelfs als die per ongeluk toch nog plaatsvinden. En dus zie je dat ook bij ons de cijfers richting nul gaan.

Als je naar de ziekenhuisopnames in Nederland kijkt zoals die op 27 mei door het RIVM werden gemeld, dan zie je heel goed wat er in Nederland gebeurd is.

COVID-19 verspreidt zich helemaal niet makkelijk - 6747

Het is in deze grafiek niet goed te zien, maar hij loopt tot 26 mei. Daarom vergroot ik hieronder dus het laatste deel. Op 23 en 24 mei waren er namelijk 0 ziekenhuisopnames.

COVID-19 verspreidt zich helemaal niet makkelijk - 6748

Besef dat bij ziekenhuisopnames een vertraging is van twee weken.

Dus eigenlijk geven deze cijfers aan dat al op 10 mei vrijwel niemand in Nederland meer is besmet (behalve in de vleesindustrie).

Vandaag 28 mei, dus twee weken later, zal het getal nog lager zijn en ik denk dat het nu vrijwel nul is. (Besef dat als er in heel Nederland bijvoorbeeld 200 nieuwe besmettingen zouden plaatsvinden, dat het nog steeds maar om 1 op de 85.000 inwoners gaat.)

Als je daarnaast weet dat er in vele delen van het land al meer dan een week geen nieuwe ziekenhuisopnames zijn (dus drie weken geleden geen nieuwe besmettingen, conform de norm dat elke 200 besmettingen tot 1 ziekenhuisopname leidt), dan begrijp je misschien nog meer wat een domme beslissing het van de regering is (op advies van RIVM/OMT) om toch nog te wachten tot 1 juli a.s. voordat bijvoorbeeld sportscholen geopend kunnen worden.

Want zelfs als het zo zou zijn, dat iemand die intensief sport een ander kan besmetten, dan moet er natuurlijk wel een besmet persoon aanwezig zijn om dat te doen. En die laatste kans is in grote delen van het land nul en in andere delen heel klein.

Het is een perfecte illustratie van hoe RIVM/OMT en de regering volledig de weg kwijt zijn bij hun afwegingsproces van de risico’s van bepaalde beslissingen. De grote meerwaarde van sport voor de gezondheid van mensen wordt ondergeschikt gemaakt aan de hele kleine kans dat mensen op dit moment besmet kunnen worden. Zeker als men de ventilatie goed regelt is die kans helemaal nul.

Op basis van dit bovenstaande doe ik de volgende uitspraak:

In Nederland komen er tot ergens in september/oktober nauwelijks nieuwe besmettingen bij. Het aantal is al heel laag en zal heel laag blijven. Behalve als men niet snapt hoe besmettingshaarden als in de vleesverwerkende industrie moeten worden bestreden.

Dit zal ook geval zijn in de rest van Europa.  In sommige landen gelijk met Nederland en in andere landen wat later.

De gevolgen dat dit nog steeds niet wordt (h)erkend door RIVM en OMT zijn enorm groot voor economie, samenleving en volksgezondheid.

Ik ben bang dat Ab Oosterhuis ook op dit punt pas over 7 weken tot dit besef komt.

Maar als je gewoon nuchter naar de wereldwijde cijfers kijkt vanaf februari tot nu, dan is dit de enige logische conclusie.

Hadden we maar een RIVM gehad met de instelling als de FHI in Noorwegen! Daar heeft men sinds begin mei al veel meer toegelaten.

Dit las ik op 8 mei:

COVID-19 verspreidt zich helemaal niet makkelijk - 6749

En wat denk je wat er gebeurd is met de ontwikkeling van het aantal nieuwe besmettingen in Noorwegen? Tussen 21 en 27 mei zijn er maar 10 nieuwe besmettingen per dag geconstateerd en het aantal sterfgevallen is gestegen met NUL in die periode.

Waarom leren we niets van wat we in het buitenland zien gebeuren? Wanneer dringt dit soort informatie nu door tot de mensen in de regering, degenen die hen adviseren en bij de Nederlandse media?

U heeft zojuist gelezen: COVID-19 verspreidt zich helemaal niet makkelijk.

Volg Maurice de Hond op Twitter | Facebook | LinkedIn | YouTube.

Mocht u ons werk ook met een kleine donatie financieel willen ondersteunen klik dan hier.

Deel dit artikel: Twitter Facebook Linkedin WhatsApp
REACTIES
Reageer hier, maar met respect.

We verwelkomen respectvolle en relevante opmerkingen. Off-topic commentaren worden verwijderd. Als je illegale dingen doet, zullen we het verbieden.

 
De Hond = Trump2!? - 76750

De Hond = Trump2 !?

Opinie | 18 maart 2024

Blij dat mijn ouders niet meer leven - 75518
Mag Vijlbrief blijven zitten? - 74580