Aan de kiezers is gevraagd aan te geven wat de belangrijkste reden/redenen was/waren om op de partij van hun keuze te stemmen. Dit is een overzicht voor de 7 grootste partijen gebaseerd op antwoorden van bijna 6000 ondervraagden, die deze partijen hebben gestemd.
Lees volledig artikel: Stemargumentaties TK2025
Stemreden
In het recente onderzoek van Peil.nl is aan de kiezers gevraagd wat de belangrijkste reden was/ de belangrijkste redenen waren dat die partij gestemd is. Dat gebeurde met een zogenaamde open vraag. Men kon zelf het antwoord intypen.
Dat hebben circa 8000 ondervraagden gedaan.
Voor de zeven grootste partijen is een overzicht gemaakt van de top-10 argumenten, die men noemde om op 29 oktober die partij te stemmen. Daarvan is dit overzicht gemaakt:

Analyse
De tekstuele analyse van dit overzicht luidt:
De Grote Scheidslijn: Migratiebeleid
Het meest opvallende verschil tussen de partijen betreft het migratiebeleid. Dit thema fungeert als de belangrijkste scheidslijn in het Nederlandse politieke landschap.
Rechtse partijen – dominant thema:
Voor PVV-kiezers is migratie en asielbeleid verreweg het belangrijkste argument (positie 1). Bijna de helft van alle PVV-stemmers noemt dit expliciet als reden. De intensiteit waarmee dit thema leeft is ongekend: (44%) noemt migratie als kernreden. Dit is veel hoger dan bij enige andere partij.
Ook bij JA21 en FVD staat migratie in de top 3 (respectievelijk positie 2 en 3). Bij de VVD staat het op positie 9, wat lager maar nog steeds relevant. Opvallend is dat kiezers van de FVD het specifieke concept ‘remigratie’ benadrukken – het actief terugdraaien van immigratie – wat verder gaat dan alleen het beperken van nieuwe instroom.
Linkse en centrumpartijen – afwezig thema:
Bij D66, CDA en GroenLinks-PvdA komt migratie niet voor in de top 10. Dit betekent niet dat deze kiezers geen mening hebben over migratie, maar dat het simpelweg geen doorslaggevend argument is in hun stemkeuze. Voor deze kiezers zijn andere thema’s veel belangrijker.
Europa: Van Omhelzing tot Afwijzing
De houding ten opzichte van Europa is een tweede belangrijke scheidslijn, waarbij partijen diametraal tegenover elkaar staan.
Pro-Europese partijen:
D66 is de enige partij waar Europa als positief argument in de top 10 voorkomt (positie 4). D66-kiezers waarderen expliciet de Europese samenwerking en zien dit als een kernwaarde van de partij. Dit onderscheidt D66 duidelijk van alle andere onderzochte partijen.
Europa-kritische partijen:
Voor FVD staat de Europa-kritische houding op positie 1 – het belangrijkste argument voor hun kiezers. Ook PVV (positie 5) en JA21 (positie 5) scoren hoog op dit thema. Deze partijen verzetten zich tegen wat zij zien als teveel Europese bemoeienis en pleiten voor meer Nederlandse soevereiniteit. FVD gaat het verst met pleidooien voor een mogelijke ‘Nexit’.
De VVD neemt een tussenpositie in met een ‘pragmatisch Europa-beleid’ (positie 8), waarbij kritische kanttekeningen worden geplaatst maar niet wordt gepleit voor uittreding.
Klimaat en Duurzaamheid: Progressief Stokpaardje
Het klimaatthema laat een duidelijk links-rechts onderscheid zien.
Progressieve partijen – voor klimaatactie:
GroenLinks-PvdA (positie 4) en D66 (positie 6) hebben klimaat en duurzaamheid prominent in hun top 10 staan. Voor deze kiezers is klimaatbeleid een belangrijke motivatie en onderscheidt het hun partij van alternatieven. Het past bij hun progressieve identiteit.
Rechtse partijen – klimaatkritisch of afwezig:
Bij VVD, JA21, CDA en PVV komt klimaat niet voor in de top 10. Opvallend is dat FVD als enige het klimaatbeleid wél noemt, maar dan juist als kritiekpunt (positie 5). FVD-kiezers waarderen het verzet tegen wat zij zien als ‘klimaatideologie’. Dit maakt FVD uniek als partij die zich expliciet profileert tegen klimaatmaatregelen.
Sociaal-Economische Oriëntatie
De sociale dimensie verdeelt links en rechts op een andere manier dan de culturele thema’s.
Sociaal beleid als prioriteit:
GroenLinks-PvdA scoort extreem hoog op sociaal beleid en sociale zekerheid – dit is hun nummer 1 argument. De intensiteit is vergelijkbaar met hoe migratie bij de PVV leeft. Daarnaast staan bij GL-PvdA ook zorg (positie 7), rechtvaardigheid (positie 8) en wonen (positie 10) in de top 10. Dit schetst een coherent beeld van een sociaal-economische partij.
Economisch-liberale focus:
De VVD benadrukt economisch beleid (positie 5) vanuit een liberale invalshoek: ondernemerschap, economische groei en een goed vestigingsklimaat. JA21 noemt eveneens economisch beleid in de top 10. Dit contrasteert met de sociale rechtvaardigheid-focus van GL-PvdA.
Opvallend is dat de PVV zorg en zorgkosten (positie 9) noemt – een sociaal thema dat aansluit bij hun achterban. Dit maakt de PVV minder klassiek economisch-rechts dan VVD of JA21.
De Rol van Lijsttrekkers
De betekenis van de lijsttrekker verschilt sterk per partij.
Persoonlijk leiderschap als kernargument:
Het CDA springt eruit met Henri Bontenbal op positie 1. Bontenbal scoort hoger dan zijn partijprogramma, wat duidt op sterk persoonlijk vertrouwen.
Ook Geert Wilders (PVV, positie 2) en Rob Jetten (D66, positie 2) scoren zeer hoog. Voor Frans Timmermans (GL-PvdA) ligt het lager op positie 6, maar dit is nog steeds substantieel.
Leiderschap als secundair:
Bij VVD, FVD en JA21 staat de lijsttrekker niet in de top 3. Hier gaat het meer om inhoud, programma en partijidentiteit dan om persoonlijk leiderschap. Joost Eerdmans (JA21) staat zelfs pas op positie 9.
Strategische Stemmen: Voor en Tegen
Verschillende partijen trekken kiezers aan die strategisch stemmen tegen andere partijen.
Tegen-linkse partijen stemmen:
VVD-kiezers noemen als belangrijkste reden (positie 1) dat zij geen kabinet willen met GroenLinks en PvdA. Dit is opmerkelijk: de belangrijkste motivatie is niet wat de VVD voorstaat, maar wat zij willen voorkomen. Ook de PVV noemt ’tegenwicht tegen linkse partijen’ op positie 6.
Tegen-rechtse partijen stemmen:
D66 heeft ’tegenwicht tegen de PVV’ op positie 9. Dit is minder dominant dan de anti-links stem bij de VVD, maar laat zien dat ook progressieve kiezers strategisch stemmen.
Alternatief binnen het rechtse spectrum:
JA21 wordt expliciet genoemd als ‘gematigd alternatief voor de PVV’ (positie 4). Daarnaast speelt teleurstelling in de VVD een rol (positie 6) – voormalige VVD-kiezers die de partij te links of te weinig daadkrachtig vinden. JA21 positioneert zich dus bewust tussen VVD en PVV in.
Universele Thema’s: Programma, Standpunten en Betrouwbaarheid
Ondanks alle verschillen zijn er ook opvallende overeenkomsten tussen partijen.
Partijprogramma:
Alle zeven partijen hebben ‘partijprogramma’ in hun top 10. Voor vijf partijen (D66, VVD, CDA, GL-PvdA, FVD) staat het zelfs in de top 4. Dit laat zien dat inhoud ertoe doet – kiezers maken een bewuste keuze op basis van wat partijen voorstaan.
Standpunten en visie:
Ook ‘standpunten’ komt bij alle partijen voor, zij het soms geformuleerd als ‘visie’. Kiezers waarderen duidelijke positionering en inhoudelijke helderheid, ongeacht de politieke richting.
Betrouwbaarheid en stabiliteit:
VVD (positie 7 en 6), CDA (positie 3 en 4), D66 (positie 8 en 10), en JA21 (positie 10) noemen allemaal betrouwbaarheid en/of stabiliteit. Dit zijn universele waarden die kiezers belangrijk vinden, zowel links als rechts. Zelfs voor protestpartijen geldt: kiezers willen vertrouwen hebben dat de partij levert wat zij belooft.
Unieke Partijposities
Elke partij heeft ook unieke elementen die hen onderscheiden:
CDA – Normen, waarden en christelijke identiteit:
Het CDA is de enige partij die normen en waarden (positie 8), christelijke identiteit (positie 9), integriteit (positie 7) en verbindend vermogen (positie 10) expliciet noemt. Ook de middenpositie (positie 5) is kenmerkend – het CDA zoekt balans tussen links en rechts.
D66 – Progressief-liberale identiteit en onderwijs:
D66 is de enige partij met onderwijs in de top 10 (positie 5) en benadrukt expliciet de progressief-liberale identiteit (positie 7). Deze combinatie van progressieve waarden met liberale economische opvattingen is uniek.
PVV – Islam als specifiek thema:
Alleen de PVV heeft islam en islamisering als expliciet argument in de top 10 (positie 3). Dit onderscheidt de PVV zelfs van andere rechtse partijen die zich vooral richten op algemeen migratiebeleid.
FVD – Soevereiniteit, democratie en verzet tegen establishment:
FVD benadrukt Nederlandse soevereiniteit (positie 6), directe democratie en referenda (positie 10), en wordt gezien als alternatief buiten het establishment (positie 9). Deze anti-establishment houding en focus op directe democratie zijn kenmerkend.
GL-PvdA – Fusie als waarde:
Als enige partij heeft GL-PvdA de samenwerking tussen beide partijen (positie 9) als expliciet argument. Kiezers waarderen dat deze linkse partijen hun krachten bundelen.
JA21 – Nuchterheid en realisme:
JA21 profileert zich met een nuchtere en realistische aanpak (positie 7). Dit onderscheidt hen van de meer ideologische FVD en de meer emotionele PVV – JA21 wil rechts maar pragmatisch zijn.
Conclusies
Het Nederlandse electoraat is in 2025 sterk gepolariseerd langs twee hoofdassen:
- Cultureel-identitaire as: Migratiebeleid, Europa en nationale identiteit zijn bepalend voor rechtse kiezers (PVV, FVD, JA21) en vrijwel afwezig bij linkse en centrumpartijen (GL-PvdA, D66, CDA). De intensiteit waarmee deze thema’s leven bij rechtse kiezers is extreem hoog.
- Sociaal-economische as: Sociale zekerheid, rechtvaardigheid en klimaat zijn doorslaggevend voor progressieve kiezers (GL-PvdA, D66), terwijl rechtse partijen focussen op economische groei, lagere belastingen of helemaal geen sociaal-economisch accent leggen.
Het CDA neemt een unieke positie in als centrumpartij die vooral scoort op personen (Bontenbal), waarden (normen, integriteit, christelijke identiteit) en positie (midden). De VVD combineert economisch-liberale standpunten met een rechtse koers op migratie.
Binnen het rechtse blok zijn ook duidelijke verschillen: JA21 positioneert zich als gematigd alternatief tussen VVD en PVV, FVD onderscheidt zich door radicale standpunten over Europa en democratie, en de PVV combineert cultureel-nationalistische standpunten met sociale thema’s zoals zorg.
Ondanks alle verschillen blijven inhoud (programma, standpunten) en vertrouwen (betrouwbaarheid, stabiliteit) universele waarden die alle kiezers belangrijk vinden. Het gaat niet alleen om identiteit of emotie – kiezers maken bewuste inhoudelijke keuzes op basis van wat partijen voorstaan.
Het strategisch stemmen (vóór of tegen bepaalde partijen) is prominent aanwezig bij vooral VVD, D66 en JA21, wat duidt op een gefragmenteerd politiek landschap waarin kiezers zich laten leiden door wat ze willen voorkomen, net zoveel als door wat ze nastreven.
N.B. Bij deze analyse ben ik ondersteund door AI-tools die gespecialiseerd zijn in teksten te analyseren.



