Sinds 23 november lopen de besmettingen weer op en men snapt niet hoe dat kan. Het weer is daarbij echter de belangrijkste factor. Via de juiste maatregelen kunnen die ontwikkelingen worden tegengegaan. Een lockdown waardoor mensen nog meer thuis blijven is daarvoor de verkeerde aanpak.
Lees volledig artikel: Thuis loert het besmettingsgevaar zonder voorzorgen!
Thuis loert het besmettingsgevaar zonder voorzorgen!
Als je de afgelopen dagen de ministers of onze virologen/epidemiologen op televisie hebt gezien, dan hoor je de wanhoop in hun stem. De cijfers lopen op. Opvallender is dat je naast de oproepen om ons écht aan de maatregelen te houden, hoort dat ze eigenlijk niet goed weten waardoor het komt. Ze komen met verschillende mogelijke verklaringen.
Maar als je eigenlijk niet echt weet waardoor de besmettingen oplopen, dan kun je ook niet met de juiste maatregelen komen. Dus hoor je ook steeds meer de roep om een complete lockdown. Maar nog los van de extra schade, zullen de scores dan ook niet echt naar bijna nul gaan. Hoe komen we vervolgens uit de lockdown en hoe snel zullen de cijfers dan weer gaan oplopen? Als ik Ab Osterhaus hoor, dan is zijn plan om na die complete lockdown alle grenzen gesloten te houden om dan elke keer 14 dagen in quarantaine te moeten als je het land weer binnenkomt. (Dat wordt lastig voor hem als hij vanuit Hamburg, waar hij woont, naar een uitzending van Op1 komt).
Als je onderkent waardoor de stijgingen komen, dan kun je wel met gerichte maatregelen komen, waardoor er wel een effectief beleid kan komen met vervolgens in alle facetten de minste schade voor de samenleving.
Wat zeggen de cijfers?
Nu zeggen de dagcijfers van het RIVM weinig. We weten niet hoeveel er getest is (sinds 1 december is het testbeleid ingrijpend gewijzigd). En we weten niet wanneer de feitelijke besmetting plaats gevonden heeft (waarbij ook nog een deel van de positieve uitslagen van een tijdje geleden moeten zijn geweest).
Vanuit de dagelijkse wijzigingen van de database van het RIVM kan een schatting gemaakt worden van wanneer besmetting moet hebben plaatsgevonden. (Met dank aan Marino van Zelst die deze data elke dag verwerkt.) Dit is de grafiek waarin ik de meldingsdatum van het RIVM in het goud aangeef, de schatting van de dag van de besmetting zelf en het aantal uitgevoerde testen in de afgelopen 70 dagen.

Als je de blauwe lijn bekijkt (de schatting van het aantal besmettingen op die dag) en je houdt rekening met het aantal uitgevoerde testen (doorgaans zit er dan circa 8 dagen tussen), dan zie je eigenlijk:
Vier verschillende fasen in de tijd
- De stijging tot 14 oktober, die wat overschat wordt in deze grafiek, door het grotere aantal uitgevoerde testen in oktober.
- De daling tussen 14 oktober en begin november, die samenhangt met de genomen maatregelen van 14 oktober.
- De schijnbare stabilisatie in november. Maar in werkelijkheid was het nog een daling tot rondom de 20e november (af te leiden uit de daling van het aantal uitgevoerde testen in die periode en de daling van de ziekenhuisopnames in november). Dat is ook op te maken uit het percentage positieve testen. Rond 22 oktober was dat 18% en een maand later 11%.
- In de vierde week van november is dan een abrupte stijging te zien van die blauwe lijn. Die is voor een behoorlijk deel veroorzaakt door de sterke stijging van het aantal testen vanaf 1 december. Maar we zagen vorige week al dat het percentage positieve testen steeg van 11,1 naar 11,6%. En het zou me niet verbazen als dinsdag zal blijken dat er ook deze week sprake is van een stijging.
Minimaal kan gesteld worden dat de daling die duidelijk op 14 oktober was ingezet, ergens eind november tot staan is gekomen en wellicht weer in een stijging aan het omslaan is.
Zoals gezegd, dat wordt allereerst toegeschreven aan ons gedrag. Men smeekt ons om ons aan de maatregelen te houden en/of men dreigt om ingrijpende maatregelen te nemen als de cijfers niet (weer) gaan dalen.
Maar men miskent een cruciale component, die trouwens ook in andere landen, zoals Duitsland, een rol aan het spelen is.
Terug naar maart
Om te laten zien wat er aan de hand is, moet ik eerst terug naar mijn bevindingen en blogs van eind maart.
Ik beschreef toen hoezeer het weer, en dan met name de luchtvochtigheid, invloed leek te hebben op de verspreiding van het virus. In Lombardije, Italië waren er veel slachtoffers, maar in Napels (en Rome) juist weer niet. En ik gaf aan dat er een sterke relatie was tussen het aantal dagen dat er weinig water in de lucht was. (Met de grens van 6 gram water per kilo lucht). Dat was een belangrijke grenswaarde, die uit veel studies over influenza naar voren was gekomen. Deze grafiek was van eind maart en was een overzicht van 50 dagen tussen begin februari en eind maart.

Nederland had ongeveer 30 slechte dagen in die periode en lag qua overlijdensgevallen tussen Bergamo/New York en Napels/San Francisco toen in.
Zwevende aerosolen
Op 27 maart beschreef ik de onderliggende reden. Als er te weinig water in de lucht is, dan blijven de aerosolen veel langer zweven dan als er voldoende water in de lucht is. Op 8 april beschreef ik onderzoeken naar de relatie tussen de mate van besmetten bij dieren met het influenzavirus bij verschillende niveaus van luchtvochtigheid.
Uit een onderzoek met cavia’s in 2007 met het influenzavirus en diverse niveaus van luchtvochtigheid bleek dat de mate van besmetting onder een niveau van 40% relatieve luchtvochtigheid bij kamertemperatuur veel hoger was dan als de luchtvochtigheid tussen 40% en 60% lag. In dit artikel uit april ging ik uitgebreid op dit onderwerp in.
En omdat de hoeveelheid water in de buitenlucht bij de lagere temperaturen in de herfst/winter beduidend lager is dan bij de hogere temperaturen in de lente/zomer, zou dat de verklaring zijn waarom we boven de 30 graden Noorderbreedte de normale griepgolven altijd tussen oktober en maart hebben. Het is dan een combinatie van twee factoren: mensen blijven meer binnen/met ramen en deuren dicht en de luchtvochtigheid is laag en het virus kan veel langer blijven zweven.
Dat we in onze gebieden (en in vrijwel andere landen van Europa) tussen mei en september weinig Covid-19 besmettingen hadden (net zoals normaal weinig griep in die periodes) is daaraan toe te schrijven.
Het is de luchtvochtigheid, stupid!
Als we het verloop van het weer bekijken in Nederland dan valt op hoe voor 23 november de luchtvochtigheid vrijwel alle dagen boven de grens van die 6g/kg heeft gelegen. Maar daarna lag het vrijwel steeds daar onder. Ik heb een plaatje gemaakt, waarbij de eerste drie grafieken nog zijn van het voorjaar, maar het plaatje rechtsonder zijn de afgelopen 50 dagen van Nederland (De Bilt). Met dank aan www.coronaweer.nl. Dan is heel goed te zien hoe groot de omslag is geweest.

Sinds 22 november is het weer in Nederland net zo slecht geweest qua luchtvochtigheid als het in Bergamo en New York is geweest tussen februari en eind maart.
Als we vanuit de geschatte besmettingsdatum in Nederland de grafiek laten zien met daarin een lijn die de ontwikkeling van de luchtvochtigheid toont, dan is er een duidelijke relatie.
De blauwe lijn is het aantal geconstateerde besmettingen. De gele lijn is de ontwikkeling van de luchtvochtigheid (maar dan met de lage -ongunstige- waarde aan de bovenkant en de hoge waarde aan de onderkant van de grafiek).

Inademen
Nu is het zeker zo dat die blauwe lijn mede onder invloed stond van het aantal uitgevoerde testen, maar er is op diverse plekken een opmerkelijke overeenkomst te zien van patronen. In de eerste week van november (met de eerste paar dagen heel mooi weer). En de abrupte stijging vanaf de 24e november, die deels aan het hogere aantal testen gelegen heeft, maar toen wel weer een stijging te zien gaf van het aandeel positieve testen.
Juist als je accepteert dat het overgrote deel van de besmettingen verloopt via het inademen van het virus, dat zich bevindt in de kleinere druppels, begrijp je wat aan de basis ligt van stijgingen en dalingen van het aantal besmettingen. Deze geweldige video van de Washington Post van gisteren laat goed zien dat men bij het spreken, lachen en hoesten aerosolen uitstoot en als die in voldoende mate worden ingeademd deze erg huis kunnen houden in je longen.
Dus ook op kortere afstand spelen aerosolen/microdruppels een zeer grote rol bij het besmetten van elkaar. Als je buitenshuis bent, dan vervliegen die aerosolen snel en de UV-stralen van de zon (zeker in de zomer) schakelen het virus ook snel uit. (Toch kun je buitenshuis wel besmet worden als je gedurende langere tijd op korte afstand face-to-face met elkaar spreekt). Binnenshuis is dat gevaar echter veel groter doordat er veel minder luchtbewegingen zijn. Als je face-to-face een tijd met elkaar spreekt dan loop je dat gevaar, zoals die video van de Washington Post laat zien.
Risico verminderen
Maar ook op grotere afstand dan 1,5 meter, van iemand die virusdeeltjes in de lucht brengt, loop je dat gevaar. Tenminste: als de omstandigheden in die binnenruimte gunstig zijn voor het virus om langere tijd in de lucht te blijven zweven. Bij een goede ventilatie met buitenlucht (6 keer of vaker vervangen van alle lucht), met speciale luchtfilters-, luchtzuiveraars kan dat risico fors worden verminderd. Maar als we in een periode zitten met weinig water in de lucht (zoals het geval is sinds het laatste deel van november) dan is het van groot belang om te zorgen dat men binnenshuis bij kamertemperatuur een luchtvochtigheid heeft van 40% tot 60%.
Op zichzelf is dat niet ingewikkeld, maar het is volstrekt noodzakelijk. Zeker wanneer het door de kou buiten minder gemakkelijk is om voor voldoende ventilatie te zorgen. Niet voor niets is er in de VS een website van prominente artsen en wetenschappers om overal in binnenruimtes (kantoren, scholen, winkels, huizen) dat luchtvochtigheidsniveau te brengen naar een niveau tussen 40 en 60%.
Daarbij is het van belang drie zaken goed te beseffen:
- De huidige D614G-virusvariant is een variant die besmettelijker lijkt te zijn dan de variant die er in het begin was. Dat kan de reden zijn dat de tweede golf in Europa sneller is gekomen dan oorspronkelijk gedacht werd en in andere landen, ook bij beter weer, het minder snel uitdooft.
- Bij een drogere lucht drogen slijmvliezen meer uit en lijken ze hun beschermingstaak tegen ziekte van de luchtwegen minder goed te kunnen vervullen.
- Maatregelen zoals op 13 oktober zijn genomen, hebben zeker de kans dat je besmet raakt verminderd, maar er zaten nog diverse gaten in de dijk, zoals ik in dit artikel “Waar is Hans Brinker als je hem nodig hebt?” heb beschreven. Gaten die groter worden als de luchtvochtigheid onder de kritische grens van 6g/kg daalt.
Zet nu eens massaal in op ventilatie en de juiste luchtvochtigheid!
Hoe men bij het RIVM niet weet wat de echte reden is van de huidige ontwikkelingen van de cijfers, is goed te lezen in dit interview met Van Dissel en Wallinga van zaterdag. Omdat het grote belang van aerosolen door RIVM en OMT ontkend worden, moeten de verslechterde cijfers wel aan ons gedrag liggen. We houden ons niet aan de maatregelen. Dus hangen ons de komende dagen strengere maatregelen boven het hoofd, die de bevolking moet dwingen om zich te houden aan datgene wat de aerosolen-ontkenners van RIVM en OMT ons willen opdringen. Met als gevolg dat we nog meer thuis moeten gaan zitten. De plek waar bij uitstek zonder goede maatregelen met de huidige weersomstandigheden het virus langer kan blijven zweven en daardoor degenen die het langere tijd inademen toch ziek zullen maken.
Maar ja, ik ben de hoop verloren dat de usual suspects van RIVM/OMT en Rutte/De Jonge bij hun communicatie met de burgers expliciet zullen wijzen op dit gevaar. We zullen wel weer zwaardere maatregelen krijgen, die zeker een bepaald effect zullen hebben. Maar niet het gewenste effect in een vrij korte tijd. Want gaten in de dijk blijven bestaan. Bereid u er maar op voor dat wat men ook deze week of de volgende week gaat aankondigen in stand moet blijven tot ergens in maart. En dat was/is absoluut niet nodig (geweest) als men al in juni gestart was met het voorgestelde Deltaplan Ventilatie en bij alle persconferenties sinds begin september naast handen wassen en 1,5 meter ook uitdrukkelijk had gewezen op het gevaar van het inademen van het zwevende virus. Een virus dat bestreden kan worden met ventilatie/luchtfiltering en sinds eind november ook met de juiste luchtvochtigheid.
Mijn boodschap
Zoals gezegd: ik ben de hoop verloren dat men nu wel wijst op de maatregelen die we zelf kunnen treffen. Maar ik hoop dat de lezers van dit blog en hun netwerk deze boodschap wel krijgen. Naast ventilatie (maar dat is moeilijker in de winter) is het juiste niveau van luchtvochtigheid cruciaal voor uw bescherming als er mensen bij u thuis komen, die misschien besmettelijk kunnen zijn. Hier staan een aantal manieren waarop u dat vrij eenvoudig kunt doen. Stuur dit blog dus door naar uw volledige netwerk!
Om tegenwicht te geven tegen RIVM/OMT en de regering die geen gebruik maken van de juiste data en belangrijke wetenschappelijke bevindingen, is het werk op onze site nog steeds van groot belang. Uw kleine financiële bijdrage kan ons daarbij goed helpen.
Hier treft u nog verschillende artikelen over het grote belang van de juiste luchtvochtigheid binnenshuis:
- Covid winter is coming. Could humifiers help?
- Zo bestrijd je roze vliegende olifantjes (aerosolen).
- This winter fight Covid-19 with humidity
- Research shows Coronavirus thrives in dry air
U heeft zojuist gelezen: Juist thuis loert het besmettingsgevaar zonder voorzorgen!
Volg Maurice de Hond op Twitter | YouTube | Facebook | LinkedIn.